De Nederlandse overheid heeft de burgers foutief, onvolledig en misleidend voorgelicht over
essentiële onderdelen van het verloop van de vuurwerkramp in Enschede in 2000. Dat valt te
constateren uit recentelijk vrijgekomen Wob/Woo-informatie.
Auteur André van Dokkum dook in de informatie die werd vrijgegeven via door Bakker jarenlange gevoerde juridische procedures tegen verschillende betrokken ministeries. De informatie heeft fundamentele gegevens opgeleverd die direct en definitief het misleidende karakter van de officiële rapportering aantonen. De informatie schetst een onthutsend beeld van een overheid die haar burgers decennia lang vanuit de politiek een rad voor ogen draait door toe te schrijven naar gewenste conclusies. Van Dokkum schetst in 7 pagina’s aan de hand van enkele voorbeelden hoe feitelijke informatie wordt verdraaid en wordt misbruikt om foutieve conclusies te kunnen trekken:
- De beweerde brand in een aanhangwagen naast container E2 als oorzaak van ontsteking van diezelfde E2 (was niet de brand die de Zuid-ploeg meldde en bijgevolg niet de brand die ontsteking van E2 veroorzaakte – cruciaal wat betreft overgang van brand tot ramp);
- Het potentiële gevaar, tenminste in sommige gevallen, van “1.4” vuurwerk (was al bekend binnen TNO en overheidscirkels in 1999, dus voor de ramp, wat decennialang verzwegen is);
- Belgedrag van burgemeester Mans voor en na de fatale eindexplosies (belde wel meteen na de ramp, met vrijwel zeker een vaste lijn, wat de vraag oproept of hij ook belde toen hij uiterlijk ongeveer acht minuten voor de eindplosies over de brand werd geïnformeerd – deze kwestie heeft gevolgen voor de kwestie wie uiteindelijk verantwoordelijk was voor de (continuering van de) blusinzet en niet-ontruiming.
Conclusie
De conclusie kan nu getrokken worden: de staatsburgers is decennia lang vanuit de politiek een rad voor ogen gedraaid m.b.t. de vuurwerkramp Enschede. Verdediging van de officiële rapporten heeft geen enkele zin meer omdat nu door iedereen met een internetaansluiting gemakkelijk kan worden nagegaan dat die rapporten op cruciale onderdelen een farce zijn, aldus Van Dokkum.